Het hedendaagse contante papier & muntgeld (dat maar 5% is van al het totale geld in omloop) en de digitale vormen hiervan waren tot 1971 gekoppeld aan goud (via de $USD) om de stabiliteit & waarde (koopkracht) te waarborgen. De $USD (en dus indirect de landelijke valuta) waren inwisselbaar voor goud & visa-versa: 30,1 gram goud voor $USD 20,-. Aan het einde van WOII is door de geallieerden afgesproken dat de VS de nieuwe wereldreservemunt ($USD) zou uitgeven, gedekt door goud. Veel geallieerde landen hebben vervolgens goud verscheept naar de VS om daar Dollars voor terug te krijgen.
De koppeling tussen geld en goud is opgeheven in 1971 en op dat moment is het ongedekte geldsysteem ontstaan wat we nu hebben, in het Latijn genaamd ‘Fiat’. De werking van geld is altijd hetzelfde gebleven, maar de geldsystemen zijn door de geschiedenis heen veranderd:
Ons mondiale geldsysteem is afgegleden van een goudstandaard naar een goudwisselstandaard, van een goudwisselstandaard naar een goud-dollarstandaard, van een goud-dollarstandaard naar een staatsleningenstandaard. Een standaard gebaseerd op geld dat uit het niets gecreëerd wordt en enkel gebaseerd is op schulden.
